Vertaling van guérir

Inhoud:

Frans
Nederlands
guérir, soigner {ww.}
cureren
behandelen 
guérir, recouvrer {ww.}
genezen
helen
beter worden
Mieux vaut prévenir que guérir.
Voorkomen is beter dan genezen.


Gerelateerd aan guérir

soigner - recouvrer