Vertaling van hasard

Inhoud:

Frans
Nederlands
hasard [m] (le ~), coïncidence, chance, accident {zn.}
toeval
toevalligheid [v]
J'avais rencontré mon professeur par hasard au restaurant la nuit dernière.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Je l'ai rencontré par hasard.

Toevallig ben ik hem tegengekomen.

Nous l'avons rencontré par hasard au parc.

We hebben haar toevallig ontmoet in het park.

J’ai trouvé ce restaurant par hasard.

Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.

Sauriez-vous par hasard où elle vit ?

Weet je toevallig waar ze woont?

J'avais rencontré mon professeur par hasard au restaurant la nuit dernière.

Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.

Avez-vous un seau d'eau par hasard ? J'ai un pneu crevé.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Il ne s'écoula pas beaucoup de temps avant que nous nous rencontrassions de nouveau par hasard.

Niet lang daarna kwamen we elkaar weer toevallig tegen.


Gerelateerd aan hasard

coïncidence - chance - accident