Vertaling van histoire
Voorbeelden in zinsverband
Il inventa cette histoire.
Hij verzon dat verhaal.
Son histoire était intéressante.
Zijn verhaal was interessant.
C'est une histoire vraie.
Het is een waargebeurd verhaal.
Son histoire semble vraie.
Zijn verhaal klinkt correct.
Son histoire est vraie.
Zijn verhaal is waar.
Était-elle vraie son histoire ?
Was haar verhaal waar?
Je vous dirai mon histoire.
Ik zal jou mijn verhaal vertellen.
Son histoire est étrange, mais crédible.
Zijn verhaal is vreemd, maar geloofwaardig.
J'ai lu hier une histoire fort intéressante.
Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.
C'est une histoire à propos des étoiles.
Dit is een verhaal over sterren.
Ils ont inventé une histoire invraisemblable.
Ze verzonnen een onwaarschijnlijk verhaal.
Je ne crois pas à son histoire.
Ik vertrouw zijn verhaal niet.
Elle me raconta une histoire intéressante.
Ze vertelde me een interessant verhaal.
L'objectivité est-elle possible en histoire ?
Bestaat objectieve geschiedenis?
J'ai lu cette histoire dans un livre.
Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.