Vertaling van immeuble

Inhoud:

Frans
Nederlands
immeuble [m] (l' ~) {zn.}
herenhuis
bâtiment [m] (le ~), immeuble [m] (l' ~) {zn.}
gebouw [o]
constructie
bouwsel
perceel [o]
bouwwerk [o]
Regarde ce bâtiment.
Kijk naar dat gebouw.
Regardez le grand immeuble là-bas.
Kijk naar het grote gebouw daar.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Regardez le grand immeuble là-bas.

Kijk naar het grote gebouw daar.

Demain je vais jeter un melon d'eau du toit d'un immeuble de cinq étages, juste pour le plaisir.

Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.


Gerelateerd aan immeuble

bâtiment