Vertaling van lâche
Inhoud:
Frans
Nederlands
lâche {bn.}
laf
lâche, découragé {bn.}
moedeloos
je lâche
il/elle lâche
ik laat weg
hij/zij/het laat weg
» meer vervoegingen van weglaten
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
C'est un grand lâche.
Hij is een grote lafaard.
Ne lâche pas la corde.
Laat het touw niet los.
En dépit de toute sa vantardise, c'est un lâche.
Ondanks al z´n opschepperij is het een lafaard.