Vertaling van la

Inhoud:

Frans
Nederlands
la, le, les, l' {lidw.}
de
het 
't
, y {bw.}
aldaar
daar 
ginder
ginds
daarginds 
d'r
er
'r


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

La question la voici.

De vraag is dit.

Rendez-la !

Geef het terug!

La flèche atteignit la cible.

De pijl raakte het doel.

La connaissance est la puissance.

Kennis is macht.

La neige recouvrit toute la ville pendant la nuit.

De sneeuw heeft de hele stad bedekt gedurende de nacht.

La colline disparaissait sous la neige.

De heuvel was bedekt met sneeuw.

La Lune tourne autour de la Terre.

De maan draait rond de aarde.

Paris est la capitale de la France.

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.

La chaise est près de la porte.

De stoel staat dicht bij de deur.

La tempête a détruit toute la ville.

De storm heeft de hele stad verwoest.

La souffrance est la destinée des hommes.

Het is het lot van de mens om te lijden.

Où est la banque la plus proche ?

Waar is de dichtstbijzijnde bank?

Berne est la capitale de la Suisse.

Bern is de hoofdstad van Zwitserland.

La pluie laissa place à la neige.

De regen ging over in sneeuw.

Connaissez-vous la capitale de la Belgique ?

Ken je de hoofdstad van België?


Gerelateerd aan la

le - les - l' - - y