Vertaling van lunettes

Inhoud:

Frans
Nederlands
lunettes {eigenn.}
bril  [m]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il porte des lunettes.

Hij draagt een bril.

Où sont mes lunettes ?

Waar is mijn bril?

Je peux lire sans lunettes.

Ik kan lezen zonder bril.

Le garçon porte des lunettes.

Het jongetje draagt een bril.

Il porte des lunettes de soleil.

Hij draagt een zonnebril.

Elle porte des lunettes de soleil.

Ze draagt een zonnebril.

Il porte toujours des lunettes noires.

Hij draagt altijd een donkere bril.

Ces lunettes ne me vont pas bien. Elles sont trop grandes.

Deze brillen passen me niet goed, ze zijn te groot.