Vertaling van marron
Inhoud:
Frans
Nederlands
marron {zn.}
tamme kastanje
kastanje
kastanje
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Ce chat est marron.
Die kat is bruin.
Ses chaussures sont marron.
Zijn schoenen zijn bruin.
Il a les yeux marron.
Hij heeft bruine ogen.
Ils ont la peau marron et les cheveux noirs.
Ze hebben bruine huid en zwart haar.
Je veux des chaussures marron, pas des noires.
Ik wil bruine schoenen, geen zwarte.