Vertaling van moto

Inhoud:

Frans
Nederlands
moto [v] (la ~), vélomoteur [m] (le ~) {zn.}
motorfiets  [m]
motor [m]
Felipe a deux voitures et une moto.
Felipe heeft twee auto's en een motorfiets.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Je veux vraiment une moto.

Ik wil echt een moto.

Felipe a deux voitures et une moto.

Felipe heeft twee auto's en een motorfiets.


Gerelateerd aan moto

vélomoteur