Vertaling van mouchoir

Inhoud:

Frans
Nederlands
mouchoir [m] (le ~) {zn.}
zakdoek  [m]
Tu as fait tomber ton mouchoir.
Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
Je crois que je vais éternuer... Passe-moi un mouchoir.
Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Tu as fait tomber ton mouchoir.

Ge hebt uw zakdoek laten vallen.

Je crois que je vais éternuer... Passe-moi un mouchoir.

Ik denk dat ik ga niezen... geef mij een zakdoek.