Vertaling van navire

Inhoud:

Frans
Nederlands
navire [m] (le ~) {zn.}
zeeschip 
bateau [m] (le ~), navire [m] (le ~) {zn.}
schip  [o]
boot  [m]
vaartuig
Vous pouvez louer un bateau à l'heure.
Je kan een boot per uur huren.
Ohé, du bateau !
Schip ahoi!


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Le navire arborait le pavillon étatsunien.

Het schip voer de Amerikaanse vlag.

Il y a de nombreux rats sur le navire.

Er zijn veel ratten op het schip.


Gerelateerd aan navire

bateau