Vertaling van numéro
Voorbeelden in zinsverband
Je n'ai pas ton numéro.
Ik heb je nummer niet.
Connaît-elle votre numéro de téléphone ?
Kent zij uw telefoonnummer?
Vous devez prendre le bus numéro 5.
Jullie moeten bus 5 nemen.
Mon numéro de chambre est le 5.
Het nummer van mijn kamer is 5.
J'ai oublié mon numéro d'identification personnel !
Ik ben mijn pincode vergeten!
Quel est mon numéro de chambre ?
Wat is mijn kamernummer?
Mon numéro de téléphone est le 789.
Mijn telefoonnummer is 789.
Quel numéro dois-je appeler en cas d'urgence ?
Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?
Quel est le numéro de télécopie de cet hôtel ?
Wat is het faxnummer van dit hotel?
J'ai pris note de son numéro de téléphone.
Ik heb zijn telefoonnummer genoteerd.
Le numéro est 932-86-47, mais je ne connais pas l'indicatif régional.
Het nummer is 932 85 47, maar ik weet het kengetal niet.