Vertaling van oiseau

Inhoud:

Frans
Nederlands
oiseau [m] (l' ~) {zn.}
vogel  [m]
Comment se nomme cet oiseau ?
Hoe heet die vogel?
Un oiseau a des ailes.
Een vogel heeft vleugels.
oiseau [o] (l' ~) {zn.}
ganzen [o]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Comment se nomme cet oiseau ?

Hoe heet die vogel?

Un oiseau a des ailes.

Een vogel heeft vleugels.

Cet oiseau ne sait pas voler.

Deze vogel kan niet vliegen.

J'ai rêvé que j'étais un oiseau.

Ik droomde dat ik een vogel was.

Si j'étais un oiseau, je volerais vers toi.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Nous avons vu cet oiseau lorsqu'on a visité Okinawa.

We zagen de vogel toen we Okinawa bezochten.

Je préférerais être un oiseau plutôt qu'un poisson.

Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.

Si j'étais un oiseau, je volerais vers toi.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Un oiseau prudent choisit son arbre. Un serviteur sage choisit son maître.

Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.