Vertaling van patient

Inhoud:

Frans
Nederlands
patient [m] (le ~) {zn.}
patiënt
Le patient va bientôt se remettre de sa maladie.
De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.
Comment savez-vous que le patient ne feint pas la maladie ?
Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Le patient a finalement vaincu sa maladie.

De patient overwon eindelijk zijn ziekte.

Le patient va bientôt se remettre de sa maladie.

De patiënt zal vlug herstellen van zijn ziekte.

Comment savez-vous que le patient ne feint pas la maladie ?

Hoe weet je dat de patiënt de ziekte niet veinst?