Vertaling van perdre
kwijtraken
verspelen
verbeuren
opgeven
Voorbeelden in zinsverband
Je n'ai rien à perdre.
Ik heb niets te verliezen.
Je n'ai rien à perdre.
Ik heb niets te verliezen.
Tu ne peux pas perdre.
Je kan niet verliezen.
Il est nécessaire de perdre du poids.
Het is noodzakelijk om af te vallen.
Je ne veux pas courir le risque de le perdre.
Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.
Elle lui a conseillé de perdre du poids.
Ze gaf hem de tip af te vallen.
Il passe son temps à perdre son portable.
Hij verliest altijd zijn gsm.
Tu as peu à gagner et beaucoup à perdre.
Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.
Tu ne peux pas te perdre dans les grandes villes, il y a des plans partout !
Je kan niet verdwaald raken in grote steden; er zijn overal kaarten!
Je ne veux pas perdre mes idées, même si certaines d'entre elles sont un peu extrêmes.
Ik wil mijn ideeën niet kwijtraken, zelfs als sommige ervan een beetje extreem zijn.
Hum. J'ai le sentiment que je vais me perdre quelle que soit la route que je prenne.
Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.