Vertaling van peril

Inhoud:

Frans
Nederlands
peril [m] (le ~), risque [m] (le ~), aléa [m] (l' ~) {zn.}
risico 
waagstuk
waag [v]
gewaagdheid [v]
Je ne veux pas courir le risque de le perdre.
Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.
danger [m] (le ~), peril [m] (le ~) {zn.}
gevaar 
perikel
onraad
nood
Nous sommes hors de danger.
We zijn buiten gevaar.
Ma vie était en danger.
Mijn leven was in gevaar.


Gerelateerd aan peril

risque - aléa - danger