Vertaling van place
je place
il/elle place
ik plaats
hij/zij/het plaatst
» meer vervoegingen van plaatsen
Voorbeelden in zinsverband
Qui pourrait prendre sa place ?
Wie zou hem kunnen vervangen?
La pluie laissa place à la neige.
De regen ging over in sneeuw.
L'époque médiévale fit place à la Renaissance.
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
Que feriez-vous à ma place ?
Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
Que feriez-vous à ma place ?
Wat zou je in mijn plaats doen?
Que feriez-vous à ma place ?
Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
Nous allons vous trouver une place bientôt.
We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.
Que dirais-tu à ma place ?
Wat zou jij zeggen als je mij was?
Pour consommer sur place ou à emporter ?
Is het om hier te eten, of om mee te nemen?
Pourriez-vous faire ceci à ma place ?
Kan jij dit doen in plaats van mij?
Elle a garé sa voiture sur une place libre.
Ze parkeerde haar auto op een onbebouwd stuk grond.
Je veux du temps à la place de l'argent.
Ik wil tijd in plaats van geld.
Remets-le à sa place, je te prie.
Leg het terug op zijn plaats, alstublieft.
Il s'y rendit en lieu et place de son père.
Hij ging naar daar in plaats van zijn vader.
En espéranto l’accent tonique se place toujours sur l’avant-dernière syllabe.
In het Esperanto valt het woordaccent altijd op de voorlaatste lettergreep.