Vertaling van poli
Inhoud:
Frans
Nederlands
polir {ww.}
zoeten
wrijven
schuren
polijsten
poetsen
boenen
wrijven
schuren
polijsten
poetsen
boenen
j'ai poli
tu as poli
il/elle a poli
ik heb gezoet
jij hebt gezoet
hij/zij/het heeft gezoet
» meer vervoegingen van zoeten
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Sois poli s'il te plaît.
Wees alsjeblieft beleefd.
J'ai poli le plancher et les meubles.
Ik poetste de vloer en het meubilair op.
Vous pourriez au moins tâcher d'être un peu plus poli, même si ça ne vous ressemble pas.
Het ligt misschien niet in je aard, maar je zou tenminste een beetje beleefd kunnen zijn.