Vertaling van prêter
Inhoud:
Frans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Je ne peux vous prêter ce livre.
Ik kan je dit boek niet lenen.
J'ai besoin d'un sac. Peux-tu m'en prêter un ?
Ik heb een koffer nodig. Leen je mij er een?
Je ne peux pas vous prêter ce livre.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Pouvez-vous m'accorder une faveur ? Pouvez-vous me prêter de l'argent ?
Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?
En plus de prêter des livres, les bibliothèques offrent divers services.
Buiten het uitlenen van boeken bieden bibliotheken verschillende andere diensten aan.
Je n'ai pas le courage de demander à mon chef de me prêter sa voiture.
Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.