Vertaling van presque
Voorbeelden in zinsverband
Tu as presque raison.
Je hebt bijna gelijk.
Nous gelâmes presque à mort.
We zijn bijna doodgevroren.
Le souper est presque prêt.
Het avondeten is bijna klaar.
Il est presque six heures.
Het is bijna zes uur.
Il ne pleut presque pas.
Het regent nauwelijks.
Je nage presque tous les jours.
Ik zwem bijna elke dag.
Je n'ai presque plus d'argent de reste.
Ik heb nauwelijks nog wat geld over.
Il fait presque six pieds de haut.
Hij is bijna zes voet groot.
J'ai presque été écrasé par une voiture.
Ik werd bijna overreden door een auto.
Il est presque toujours chez lui.
Hij is bijna altijd thuis.
Presque tous les chiens sont vivants.
Bijna alle honden zijn levend.
Mon disque dur est presque plein.
Mijn harde schijf is bijna vol.
Il revient chez lui presque tous les weekends.
Hij komt bijna elk weekend thuis.
Presque tous les travailleurs ont refusé de travailler la nuit.
Bijna alle werknemers weigerden te werken tijdens de nacht.
Il était presque midi quand je me suis réveillé.
Toen ik wakker werd, was het bijna middag.