Vertaling van prochain

Inhoud:

Frans
Nederlands
prochain {bn.}
spoedig 
prochain, suivant {bn.}
aanstaand 
volgend
prochain {bn.}
komend
aankomend 
aanstaand 
suivant, prochain
volgende


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Mercredi prochain conviendra.

Komende woensdag is oké.

Demandez-lui quand part le prochain avion.

Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.

Le mariage aura lieu au printemps prochain.

De bruiloft zal in het voorjaar plaatsvinden.

Que dis-tu d'organiser un barbecue dimanche prochain ?

Wat dacht je van een barbecuefeestje aankomende zondag?

Il part pour New York le mois prochain.

Hij zal volgende maand naar New York gaan.

Vous devez changer de train au prochain arrêt.

Op het volgende station moet u overstappen.

L'été prochain je veux aller aux îles Hawaii.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

«Tu aimeras ton prochain comme toi-même » est une citation de la Bible.

"Heb uw naaste lief als uzelf" is een citaat uit de Bijbel.


Gerelateerd aan prochain

suivant