Vertaling van renvoyer

Inhoud:

Frans
Nederlands
renvoyer, repousser {ww.}
wegjagen
wegdrijven
verdrijven
verjagen
uitdrijven
renvoyer {ww.}
doorzenden
doorsturen
renvoyer {ww.}
verwijzen
refereren
renvoyer {ww.}
teruggooien
terugkaatsen
terugwerpen
licencier, renvoyer, suspendre {ww.}
ontzetten
royeren
ontslaan 
ajourner, différer, reculer, renvoyer, retarder, suspendre {ww.}
verschuiven
uitstellen
verdagen
aanhouden 
refléter, renvoyer, réfléchir {ww.}
weerspiegelen
weerkaatsen
spiegelen
terugkaatsen
reflecteren
rejeter, renvoyer, repousser, retourner {ww.}
heruitzenden
terugwijzen
terugbezorgen
terugsturen
retourneren
licencier, renvoyer, congédier, destituer, débaucher {ww.}
afmonsteren
ontslaan 
afdanken