Vertaling van rester

Inhoud:

Frans
Nederlands
rester {ww.}
blijven 
verblijven
toeven
resteren
resten
overblijven 
Rester chez soi est ennuyeux.
Het is saai om thuis te blijven.
Rester à la maison est chiant.
Thuis blijven is saai.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Rester chez soi est ennuyeux.

Het is saai om thuis te blijven.

Rester chez soi n'est pas marrant.

Thuis blijven is niet leuk.

Rester à la maison est chiant.

Thuis blijven is saai.

J'espère que nous pourrons rester en contact.

Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.

Nous voulons rester ce que nous sommes.

We willen blijven wat we zijn.

Je pense que je vais rester ici.

Ik denk dat ik hier blijf.

Je préférerais rester à la maison.

Ik zou liever thuis blijven.

Combien de temps encore devrai-je rester à l'hôpital ?

Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven?

Il est parti pour rester avec son cousin.

Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.

Allez-vous juste rester planté là toute la journée ?

Ga je daar de hele dag blijven staan?

Combien de jours as-tu prévu de rester ?

Hoeveel dagen ben je van plan om te blijven?

Je préférerais sortir plutôt que de rester à l'intérieur.

Ik zou liever buiten gaan dan binnen te blijven.

J'ai dû rester au lit toute la journée.

Ik moest de hele dag in bed blijven.

Nous avions l’intention de rester là près de deux semaines.

We waren van plan om daar ongeveer twee weken te blijven.

Le train était tellement bondé que je dus rester debout durant tout le voyage.

De trein was zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.