Vertaling van récolte
Inhoud:
Frans
Nederlands
cueillette , récolte {zn.}
pluk
recueillir, récolter {ww.}
oogsten
je récolte
il/elle récolte
ik oogst
hij/zij/het oogst
» meer vervoegingen van oogsten
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Qui sème le vent, récolte la tempête.
Wat je zaait, zul je oogsten.
Qui sème le vent, récolte la tempête.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Vous connaissez la phrase, "on récolte ce que l’on sème". Moi j’ai semé le vent maintenant voilà ma tempête.
Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.