Vertaling van s'amuser
Inhoud:
Frans
Nederlands
batifoler, fôlatrer, gambader, s'amuser, s'ébattre {ww.}
robbedoezen
stoeien
dartelen
stoeien
dartelen
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Raúl ne sait pas s'amuser sans ses amis.
Raúl kan zich zonder zijn vrienden niet vermaken.
Il est plus facile de s'amuser que de travailler.
Het is gemakkelijker plezier te maken dan te werken.