Vertaling van se hâter
Inhoud:
Frans
Nederlands
se hâter, se précipiter {ww.}
jakkeren
ijlen
ijlen
se dépêcher, se hâter, se précipiter {ww.}
zich voorthaasten
zich haasten
jachten
jagen
haast hebben
zich haasten
jachten
jagen
haast hebben