Vertaling van surmonter
Inhoud:
Frans
Nederlands
dépasser, passer, surmonter {ww.}
oversteken
te boven gaan
overgaan
te boven gaan
overgaan
dominer, dépasser, maitriser, surmonter {ww.}
voorbijstreven
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen