Vertaling van tendre

Inhoud:

Frans
Nederlands
tendre {bn.}
aanhalig 
tendre, affectueux, aimant, attendrie {bn.}
teder
teer 
warm
lief
bander, raidir, remonter, serrer, tendre {ww.}
uitrekken
strekken
opwinden
spannen
nauwer aanhalen
amoureux, tendre {bn.}
liefhebbend
délicat, tendre {bn.}
delicaat
fijn 
gevoelig
iel
kies 
kieskeurig
tactvol
teder
teer 
mou, mœlleux, tendre {bn.}
mals
murw
week 
zacht 


Gerelateerd aan tendre

affectueux - aimant - attendrie - bander - raidir - remonter - serrer - amoureux - délicat - mou - mœlleux