Vertaling van tricher

Inhoud:

Frans
Nederlands
tricher {ww.}
zich op oneerlijke wijze toeëigenen
schurkachtig handelen
tricher, tromper {ww.}
bedriegen 
misleiden
C'est mal de tromper les gens, mais c'est pire de se tromper soi-même.
Anderen bedriegen is slecht, maar jezelf bedriegen is nog veel slechter.


Gerelateerd aan tricher

tromper