Vertaling van visage
Voorbeelden in zinsverband
Ton visage est pâle.
Je gezicht is bleek.
Lavez-vous le visage.
Was je gezicht.
Elle le frappa au visage.
Zij sloeg hem in het gezicht.
La colère se traduisait sur son visage.
Woede tekende zich af op zijn gezicht.
Il essuya la sueur de son visage.
Hij veegde het zweet van zijn gezicht af.
Lave-toi le visage et les mains.
Was je gezicht en je handen.
Son visage vira soudain au rouge.
Haar gezicht werd plotseling rood.
Je me lave le visage chaque matin.
Ik was mijn gezicht iedere ochtend.
De loin, il ressemblait à un visage humain.
Vanuit de verte gezien zag het eruit als een menselijk gezicht.
Je me lave toujours le visage avec de l'eau et du savon.
Ik was altijd mijn gezicht met water en zeep.
Quelque chose dans son visage me rappelle réellement un de mes anciens amoureux.
Iets in zijn gezicht herinnerde mij aan een oude vriend van mij.