Vertaling van vomi

Inhoud:

Frans
Nederlands
vomi, vomissure {zn.}
overgeefsel
kots
braaksel [o]
cracher, jeter, vomir {ww.}
spuwen
spugen

j'ai vomi
tu as vomi
il/elle a vomi

ik heb gespuwd
jij hebt gespuwd
hij/zij/het heeft gespuwd
» meer vervoegingen van spuwen

À Singapour, c'est un crime de cracher par terre.
In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.
rejeter, rejeter de la nourriture, rendre, vomir {ww.}
vomeren
spugen
kotsen
overgeven 
braken 

j'ai vomi
tu as vomi
il/elle a vomi

ik heb gevomeerd
jij hebt gevomeerd
hij/zij/het heeft gevomeerd
» meer vervoegingen van vomeren



Gerelateerd aan vomi

vomissure - cracher - jeter - vomir - rejeter - rejeter de la nourriture - rendre