Vertaling van être riche
Inhoud:
Frans
Nederlands
abonder, pleuvoir, regorger, être riche {ww.}
in overvloed aanwezig zijn
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Il voulait être riche.
Hij wou rijk zijn.
Voulez-vous être riche ?
Wil je rijk zijn?
J'aimerais être riche.
Ik wenste dat ik rijk was.