Vertaling van Francia

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
Francia {zn.}
Frankrijk  [o] (narticle ~)
Sawako vuole andare in Francia.
Sawako wil naar Frankrijk.
Prima la Francia, poi l'Iraq.
Eerst Frankrijk, dan Irak.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Lo conobbi in Francia.

Ik heb hem leren kennen in Frankrijk.

Prima la Francia, poi l'Iraq.

Eerst Frankrijk, dan Irak.

Sawako vuole andare in Francia.

Sawako wil naar Frankrijk.

La Francia confina con la Spagna.

Frankrijk grenst aan Spanje.

È tornato di recente dalla Francia.

Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.

Va in Francia la settimana prossima.

Zij gaat volgende week naar Frankrijk.

Non lo so quando è tornato dalla Francia.

Ik weet niet wanneer hij terug is gekomen uit Frankrijk.

La Francia era in guerra con la Russia.

Frankrijk voerde oorlog met Rusland.

Il nuovo tunnel collegherà Gran Bretagna e Francia.

De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.

In Francia avete lavorato all'ambasciata o al consolato?

Werkte u in Frankrijk op de ambassade of op het consulaat?


Gerelateerd aan Francia

Borgogna