Vertaling van accusa

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
accusa, imputazione [v], incriminazione [v] {zn.}
accusatie
tenlastelegging [v]
beschuldiging  [v]
telastlegging [v]
aanklacht  [v]
accusare, caricare {ww.}
beschuldigen 
betichten
aanklagen 

lui/lei/Lei accusa

hij/zij/het beschuldigt
» meer vervoegingen van beschuldigen



Gerelateerd aan accusa

imputazione - incriminazione - accusare - caricare