Vertaling van adesso

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
adesso {bw.}
nou
nu 
tegenwoordig 
thans


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

E adesso?

En nu?

Abito a Kyoto adesso.

Ik woon nu in Kyoto.

Dove vivi adesso?

Waar woont u nu?

Lei è all'ospedale adesso.

Ze is op dit moment in het ziekenhuis.

Devo pulire il bagno adesso.

Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.

Lei è in hotel adesso.

Ze is nu in het hotel.

Io non ho tempo adesso.

Ik heb nu geen tijd.

Tom abita con suo zio adesso.

Tom woont nu bij zijn oom.

Mio figlio è alto quanto me adesso.

Mijn zoon is nu zo groot als ik.

Guarderò adesso le notizie in TV.

Nu ga ik naar het nieuws kijken op TV.

Io sto lavorando a Tokyo adesso.

Momenteel werk ik in Tokio.

John non può vivere a Londra adesso.

John kan nu niet in Londen wonen.

Non mi va di mangiare adesso.

Ik heb nu geen honger.

Non posso dirglielo adesso. Non è più così semplice.

Ik kan haar dat nu niet zeggen. Dat is niet zo eenvoudig meer.

I libri adesso sono alla portata di tutti.

Boeken liggen nu binnen ieders bereik.