Vertaling van alloggio

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
alloggio, appartamento, abitazione [v] {zn.}
woning  [v]
onderkomen [o]
logies [o]
kwartier  [o]
Abita in un appartamento.
Hij woont in een woning.
Il mio appartamento è al quarto piano.
Mijn woning is op de vierde verdieping.


Gerelateerd aan alloggio

appartamento - abitazione