Vertaling van anno

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
anno [m] {zn.}
jaar 
Un anno ha dodici mesi.
Een jaar heeft twaalf maanden.
Un anno fa eravamo qui.
We waren hier een jaar geleden.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Felice anno nuovo!

Gelukkig Nieuwjaar!

Un anno ha dodici mesi.

Een jaar heeft twaalf maanden.

Un anno fa eravamo qui.

We waren hier een jaar geleden.

Buon Anno!

Gelukkig nieuw jaar!

Qualche anno fa sono stato in Romania.

Ik heb Roemenië een aantal jaar geleden bezocht.

Il giardinaggio è popolare da qualche anno.

Tuinieren is al enkele jaren populair.