Vertaling van appena

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
appena {bw.}
amper 
kwalijk
nauwelijks 
ternauwernood


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Mi sono appena alzata.

Ik ben net opgestaan.

Ho appena fatto colazione.

Ik heb zojuist ontbeten.

Ho appena finito i compiti.

Ik heb zojuist mijn huiswerk afgemaakt.

Io sono appena stata rapinata.

Ik ben net overvallen geweest.

È appena successo un incidente.

Een ongeval deed zich juist voor.

Ho appena finito di mangiare.

Ik ben net klaar met eten.

La pioggia ha appena smesso, quindi partiamo.

Het houdt juist op met regenen, laat ons dus vertrekken.

Ho appena finito di leggere il libro.

Ik heb het boek net uitgelezen.

Ho appena rinnovato il mio passaporto, quindi è valido per altri dieci anni.

Ik heb zojuist mijn paspoort verlengd, dus ik kan er weer tien jaar mee verder.