Vertaling van auto

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
auto, automobile {zn.}
auto  [m]
automobiel  [m]
La sua automobile è una Ford.
Zijn auto is een Ford.
La sua automobile nuova è fantastica.
Zijn nieuwe auto is wonderbaarlijk.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Ti mostrerò la mia nuova auto.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

Vi mostrerò la mia nuova auto.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

Sai di chi è questa auto?

Weten jullie van wie deze auto is?

La mia auto è una Ford, proprio come la tua.

Mijn auto is een Ford, net als de uwe.


Gerelateerd aan auto

automobile