Vertaling van bagno
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Vado a fare il bagno.
Ik ga een bad nemen.
A lui piace cantare nella vasca da bagno.
Hij zingt graag in bad.
Posso usare il bagno?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
io bagno
ik water
» meer vervoegingen van wateren
bagnare {ww.}
in bad doen
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Posso usare il bagno?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Dov'è il bagno?
Waar is het toilet?
C'è uno scarafaggio in bagno.
Er zit een kakkerlak in de badkamer.
Devo pulire il bagno adesso.
Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
Vado a fare il bagno.
Ik ga een bad nemen.
Io faccio un bagno quasi ogni giorno.
Ik neem bijna elke dag een bad.
Con doccia / Con bagno
Met douche/ Met badkamer
A lui piace cantare nella vasca da bagno.
Hij zingt graag in bad.
Ci sono tre camere da letto, una cucina, una sala da pranzo, un salotto e un bagno.
Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.