Vertaling van blu
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
azzurro, blu {bn.}
blauw
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Il cielo è blu.
De hemel is blauw.
I miei occhi sono blu.
Mijn ogen zijn blauw.
Perché il cielo è blu?
Waarom is de hemel blauw?
I suoi occhi sono blu.
Haar ogen zijn blauw.
La sua bicicletta è blu.
Zijn fiets is blauw.
Lo zolfo brucia con una fiamma blu.
Zwavel brandt met een blauwe vlam.
Il cielo oggi è blu, senza una nuvola.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.