Vertaling van cane
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Ha un cane.
Hij heeft een hond.
Questo cane è mio.
Deze hond is van mij.
Mi piace questo cane.
Ik houd van deze hond.
Il cane è bianco.
De hond is wit.
Vidi un cane.
Ik zag een hond.
Lui ha un cane?
Heeft hij een hond?
Aveva paura del cane.
Ze was bang voor de hond.
Che cane grande!
Wat een grote hond!
Guarda quel grande cane.
Kijk naar die grote hond.
Il cane è morto.
De hond is dood.
Io ho un cane.
Ik heb een hond.
Dov'è il vostro cane?
Waar is jouw hond?
Chiamiamo il nostro cane Pochi.
We noemen onze hond Pochi.
Diede un osso al cane.
Hij gaf de hond een bot.
Il mio cane è bianco.
Mijn hond is wit.