Vertaling van chiuso

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
chiuso {bn.}
dicht
gesloten
toe
chiudere {ww.}
toedoen
dichtmaken
sluiten 
dichtdoen

io ho chiuso
tu hai chiuso
lui/lei/Lei ha chiuso

ik heb toegedaan
jij hebt toegedaan
hij/zij/het heeft toegedaan
» meer vervoegingen van toedoen



Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Ha chiuso gli occhi.

Hij sloot de ogen.

Il caso è chiuso.

De zaak wordt gesloten.

Non ho chiuso occhio la scorsa notte.

Ik heb geen oog dichtgedaan voorbije nacht.

Sapete a che ora è chiuso il negozio?

Weet je om hoe laat de winkel sluit?

Oggi pomerrigio non possono fare la spesa perché il negozio è chiuso.

Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.


Gerelateerd aan chiuso

chiudere