Vertaling van cioccolata
Inhoud:
Italiaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Italiaans
Nederlands
Chi vuole una cioccolata calda?
Wie wil er warme chocolade?
A Linda piace la cioccolata.
Linda houdt van chocola.
A me piace la cioccolata.
Ik hou van chocolade.
Mi piace il gelato alla cioccolata!
Ik hou van chocoladeijs!