Vertaling van disgrazia

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
avversità, disgrazia, sfortuna {zn.}
pech
wanbof
tegenvaller
tegenslag 
ongelukje [o]
Lui attribuisce spesso i suoi fallimenti alla sfortuna.
Hij schrijft zijn mislukkingen vaak toe aan pech.
accidente, disgrazia, incidente {zn.}
ongeluk 
ongeval
accident
ongelukje [o] (het ~)
Incidente
Ongeluk
Lei è rimasta ferita un incidente d'auto.
Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.


Gerelateerd aan disgrazia

avversità - sfortuna - accidente - incidente