Vertaling van dizionario

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
dizionario {zn.}
woordenboek  [o]
dictionaire [m]
Ho il dizionario.
Ik heb het woordenboek.
Ho il dizionario.
Ik heb het woordenboek.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Ho il dizionario.

Ik heb het woordenboek.

Ho il dizionario.

Ik heb het woordenboek.

Hai un dizionario d'inglese?

Heb je een Engels woordenboek?

Quello è il mio dizionario.

Dat is mijn woordenboek.

Le ho ridato il dizionario.

Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.

Sapete come utilizzare un dizionario?

Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?

Mi presterai il tuo dizionario?

Kun je mij je woordenboek lenen?

C'è un dizionario sulla scrivania.

Er ligt een woordenboek op de schrijftafel.

Puoi usare il mio dizionario quando vuoi.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

Questo è il dizionario che uso ogni giorno.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

Quando incontri delle parole nuove devi cercarle sul dizionario.

Als je nieuwe woorden tegenkomt, moet je ze opzoeken in het woordenboek.