Vertaling van doccia

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
doccia {zn.}
douche [v]
stortbad
Non esce acqua dalla doccia.
Er komt geen water uit de douche.
Ho bisogno di fare una doccia.
Ik moet onder de douche.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Non esce acqua dalla doccia.

Er komt geen water uit de douche.

Ho bisogno di fare una doccia.

Ik moet onder de douche.

Con doccia / Con bagno

Met douche/ Met badkamer