Vertaling van dodici

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
dodici {telw.}
twaalf 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Un anno ha dodici mesi.

Een jaar heeft twaalf maanden.

"Lei quanti anni ha?" "Ha dodici anni."

"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."

Sono stato nel treno per dodici ore.

Ik zat twaalf uur op de trein.