Vertaling van domani

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
domani {bw.}
morgen 


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

A domani.

Tot morgen.

Domani nevicherà.

Morgen gaat het sneeuwen.

Nevicherà domani.

Morgen gaat het sneeuwen.

Siete impegnati domani pomeriggio?

Zijt ge bezet morgennamiddag?

Ci vediamo domani!

Tot morgen!

Arriva domani a Parigi.

Morgen komt hij aan in Parijs.

È domenica domani.

Morgen is het zondag.

Gliele do domani.

Ik geef ze morgen aan haar.

Non dovete venire domani.

Jullie moeten niet komen morgen.

Temo che pioverà domani.

Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.

Glielo chiederò domani.

Ik zal hem er morgen over vragen.

Vengo a trovarti domani.

Ik zal je morgen bezoeken.

Arriverà a Kyoto domani.

Morgen komt hij aan in Kioto.

È domenica domani.

Morgen is het zondag.

Io incomincio domani.

Ik start morgen.