Vertaling van dormire

Inhoud:

Italiaans
Nederlands
dormire {ww.}
slapen
pitten
maffen
Voglio dormire.
Ik wil slapen.
Dovrebbe dormire.
Je zou moeten slapen.


Voorbeelden in zinsverband

Italiaans
Nederlands

Dovrebbe dormire.

Je zou moeten slapen.

Voglio dormire.

Ik wil slapen.

Andate a dormire.

Ga slapen.

Oggi dobbiamo dormire all'aperto.

Vandaag moeten we buiten slapen.

Devo andare a dormire.

Ik moet gaan slapen.

Provo a dormire.

Ik probeer te slapen.

Io voglio dormire un po' di più.

Ik wil nog wat langer slapen.

Spegni la luce. Non riesco a dormire.

Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.

Non riusciamo a dormire dal rumore.

We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.

Mi piace dormire su un letto morbido.

Ik slaap graag in een zacht bed.

I bambini hanno bisogno di dormire molto.

Kinderen hebben een hoop slaap nodig.

Non ho potuto dormire tutta la notte.

Ik kon de hele nacht niet slapen.

Io non riesco a dormire con tutto questo rumore.

Ik kan niet slapen met al dit lawaai.